Duitsland is niet het eerste land dat in ons opkomt als we aan reizen denken, toch hebben we er ons voor het eerst aan gewaagd. Bestemming: Zwarte Woud.
Rodemack
Via de vaak erbarmelijke Waalse autowegen bereiken we Luxemburg, waar we om de alom bekende reden de tank van de camper volgooien. Op zoek naar een overnachtingsplek komen we net over de Franse grens in Rodemack terecht, een verrassend mooi dorp, Lotharingen, dat gerangschikt staat onder de mooiste dorpen van Frankrijk. Het middeleeuwse dorp is omringd met een 700 meter lange stadsmuur uit de 13e en 14e eeuw.
Geroldsau
Via Baden-Baden trekken we het Zwarte Woud in, we nemen de B500 of de Schwarzwald Hochstrasse tot in Geroldsau. Op de parking waar de wandeling naar o.a. de waterval vertrekt, vinden we een plaatsje voor de nacht. Meteen zitten we in de Zwarte Woud-sfeer: in de bossen met een riviertje en een waterval. De korte wandeling langs het riviertje naar de waterval doe ik de volgende morgen nog eens over om in alle rust wat foto’s te maken.
Allerheiligen
We verlaten even de B500 en trekken naar de watervallen van Allerheiligen in de buurt van Oppenau. Van de parking is het slechts even wandelen tot aan de onderste waterval. Het is duidelijk een toeristische trekpleister, overdag is het er dus nogal druk. Opnieuw ondervinden we het voordeel van reizen met een camper, ’s morgens vroeg opstaan om te wandelen en je bent helemaal alleen, heerlijk.
De wandeling gaat via trappen langs verschillende watervallen omhoog, het totale hoogteverschil is zo’n 100m. Eens je boven bent, kan je het riviertje verder volgen tot aan de Allerheiligen kloosterruïne die dateert uit de 12de eeuw.
Freudenstadt – Gutach – Schonach – Linach
Terug op de B500 vervolgen we de route, met stops voor overnachtingen en boswandelingen. Aan bos is hier geen tekort. We rijden door de beroemde Uhrenstraße en zijn in koekoeksgebied beland. In Schonach bezoeken we de op één na grootste koekoeksklok. Er is 3 jaar aan gebouwd door horlogemaker Jozef Dold. Met een hoogte van 3,30m is ze 50 keer groter dan een gewone koekoeksklok.
Overnachten doen we meestal op een parking waar wandelingen vertrekken, s’ avonds zitten we meestal helemaal allen. Dit is trouwens toegestaan in Duitsland, enkel wanneer een verbodsteken staat mag het niet.
Sankt Peter
Een regendag leent zich uitstekend voor wat cultuur. We rijden naar het kuuroord Sankt Peter. Het stadje werd door de eeuwen heen rond het in 1093 opgerichte klooster gebouwd. De grootste bezienswaardigheid is de barokke kloosterkerk, die werd gebouwd rond 1720. De kerk is gebouwd met rode zandsteen en heeft twee ui-vormige torens. Binnenin is het één en al barok, met een rijk versierd altaren, plafondschilderingen en met goud versierde sculpturen.
Daarna ging het richting Titisee, waar we wat elektriciteit bijtankten op de camperplaats. Om te overnachten was het er iets te druk, we vonden een rustiger plaatsje op de parkplatz Hirtenpfad in de buurt van Lenzkirch, net naast en mooi bos.
Wutachschlucht
De Wutachschlucht, ook wel de Grand Canyon van het Zwarte Woud genoemd, is een kloof gevormd door de Wutach en zijn zijrivieren, het is een waar wandelparadijs. De kloof heeft een diepte van 60m tot 170m. Beneden is er overdadige plantengroei door het vele water. Je komt er diverse watervallen tegen, o.a. de heel speciale Märchenwasserfal, waar het water in honderden straaltjes naar beneden loopt door het mos. De overhangende rots is volledig met mos bedekt.
St Blasien – Todtmoos
Dé attractie van Sankt Blasien is de indrukwekkende Dom. De koepel van de kathedraal heeft een diameter van 36m en een hoogte van 18m en is daarmee een van de grootste van Europa. Het interieur is opvallend sober, er zijn geen glasramen en alles is wit en heel helder. De bijhorende abdij vindt haar oorsprong in de negende eeuw. Momenteel doet de abdij dienst als Jezuïetencollege.
Overnachten deden we in Todtmoos, na een mooie avondwandeling.
Feldberg – Titisee-Neustadt – Gengenbach – Ortenberg
We rijden terug via de Feldbergpass naar Titisee-Neustadt, we overnachten op een parking even buiten de stad. We kunnen er genieten van een mooi uitzicht en een prachtige zonsondergang.
Gengenbach is de volgende halte. Via één van de vier bewaarde stadspoorten bereik je oude centrum dat goed bewaard is gebleven. Op de marktplaats staat de Marktbrunnen uit de 16e en het stadhuis uit de 17e eeuw. In de hoofdstraat en de talrijke steegjes zie je overal de traditionele vakwerkhuisjes.
De Stadtkirche Sankt Marien is een voormalige abdijkerk die doorheen de tijd heel wat verbouwingen heeft ondergaan, het is dan ook een combinatie romaanse, gotische en barokke stijl. Ondanks de verschillende stijlen heeft de kerk toch haar charme behouden.
Overnachten doen we tussen de wijngaarden van Ortenberg, in de buurt van een mooi uitzicht punt op de burcht, de wijngaarden en de omgeving.